We horen het wel vaker: “Ik heb mijn kunstenaarsstatuut al jaren en bewijs elk jaar 3 artistieke contracten bij mijn vakbond en tóch wil de VDAB me ergens anders aan het werk zetten!”
Hoe kan dat?
Het kunstenaarsstatuut
Eerst en vooral is het belangrijk om te weten dat hét kunstenaarsstatuut eigenlijk niet bestaat. Er is geen apart statuut voor artiesten in België. Wel zijn er een aantal voordelen betreffende de werkloosheidsuitkering voor artiesten en voor zij die binnen de artistieke sector een ondersteunende of technische functie uitvoeren. Je leest er alles over in onze longread over het kunstenaarsstatuut.
RVA vs. VDAB
De regels van de RVA zijn niet die van de VDAB. Hoewel het voor de RVA voldoende kan zijn om drie korte contracten te bewijzen, wil de VDAB jou zo snel mogelijk aan het werk krijgen. Zij zien namelijk in eerste instantie dat je een werkloosheidsuitkering hebt en dus werk zoekt.
Wie werkt als artiest kan de ‘passende dienstbetrekkingen’ van de VDAB wel weigeren. Dit kan door te bewijzen dat je – op het moment dat de VDAB jou oproept – gedurende de voorbije 18 maanden 156 dagen gewerkt hebt als artiest. Hiervan mogen ook 52 dagen niet-artistiek zijn en voor dagen die uitbetaald zijn in taakloon kan de cachetregel toegepast worden. Let op! Dit is enkel een voordeelregel voor artiesten.
Kan je niet bewijzen dat je voldoende gewerkt hebt of moeite doet om meer opdrachten binnen te halen en blijf je hardnekkig de voorgestelde jobs van de VDAB weigeren? Dan kunnen zij eventueel besluiten om je te schrappen van je uitkering. Hierdoor verlies je dus ook mogelijks je kunstenaarsstatuut.
Conclusie?
Het blijft belangrijk om op elk moment genoeg (artistieke) prestaties te kunnen bewijzen. Met enkel drie korte contracten per jaar is de kans reëel dat de VDAB bij je zal blijven aankloppen.
