1. Samenstelling
Stellen dat de volledige audiovisuele en filmsector gedekt is, wanneer je de werkgevers en werknemers van PC 227 en PSC 303.01 samentelt, gaat voorbij aan de complexe realiteit van de audiovisuele sector.
Immers, het concipiëren, ontwikkelen, produceren en verspreiden van audiovisueel materiaal gebeurt vandaag de dag op heel wat verschillende dragers, via verschillende spreidingswijzen, langs verschillende afzetkanalen, met verschillende doelstellingen t.a.v. verschillende doelgroepen. De economische realiteit van de game-industrie is bijvoorbeeld heel anders dan die van pakweg de productie van een “scripted reality”-soap.
Hoewel de eigen werkgevers en werknemers de initiële doelgroep zijn, wensen de sociale partners van PC 227 en PC 303.01 hierom hun acties impliciet open te stellen naar de audiovisuele werkgevers en werknemers in andere PC’s, en naar zelfstandigen of ondernemingen zonder werknemers binnen de brede audiovisuele sector.
Na verwerking van de meest recente cijfers waarover we beschikken (het eerste kwartaal van 2017) m.b.t. de werkgevers die ingeschreven zijn op de Nederlandse taalrol (in PC 227 en PSC 303.01) komen we uit op 429 werkgevers en 3.218 voltijdse equivalenten.
Wat volgt geeft een zicht op de samenstelling van de Vlaamse sector op basis van data m.b.t. de periode 2008-2017, afkomstig van de RSZ.
Sinds 2008 (tov 2017) kennen we bij de Nederlandstalige werkgevers een forse groei van het aantal werkgevers (206 > 429 = stijging van 108%) en is het aantal voltijdse equivalenten gestegen (2.423 > 3.218 = stijging van 33%).
Gelijklopend met een stijging van het aantal werknemers zien we ook een grote stijging in het aantal zelfstandigen (met een audiovisuele nace-code), in België kennen we voor de periode 2008-2015 een stijging van 705 naar 950.
Wat betreft het gebruik van uitzendkrachten (800 vte) blijft het redelijk stabiel met enkele schommelingen tussen 2008 en 2013.
Samen met de opkomst van kleine ondernemingen kunnen we stellen dat er meer en meer geopteerd wordt voor flexibele tewerkstellingsvormen los van grotere structuren.
De voorbije jaren kennen we een grote stijging van het aantal werkgevers, maar het zijn en blijven vooral zeer kleine werkgevers. Van de Nederlandstalige werkgever heeft 78% minder dan 5 vte’s in loondienst en is de mediaan 1,8 vte’s (dit was in 2008 2 vte’s).
Hoewel een vaste tewerkstelling als loontrekkende niet vanzelfsprekend is, stellen we wel vast dat er, meer dan op Vlaams niveau voor alle sectoren, met voltijdse contracten gewerkt wordt, 90% t.o.v. 68%. In 2015 was de verhouding 85% t.o.v. 64% . Merk op dat voltijdse contracten niet noodzakelijk een contract van onbepaalde duur impliceren.
De man-vrouw-verhouding zit dan weer onder het Belgisch gemiddelde. 62% van het voltijds equivalenten zijn mannen. Slechts 38% zijn vrouwen. Ook de tewerkstelling van 40+’ers is zeer laag met 27%. Het aantal vrouwen die tewerkgesteld zijn in de sector bedraagt hier zelfs minder dan 10% van het totaal voltijds equivalenten. Bij de mannen is dit nog steeds 17%. De man-vrouw-verhouding zakt in deze categorie zelfs tot 64% tov 36%.
Wat betreft de leeftijd, stellen we de voorbije jaren vast dat het aantal werknemers die ouder zijn dan 40 jaar al sinds 2014 dalende is. De grootste groep van het aantal werknemers situeert zich dan ook in de groep tussen 25 en 39 jaar.
Belangrijk ook om signaleren is dat 80% van de nieuwe werkgevers, werkgevers zijn die we clusteren onder ‘digitale agentschappen’, dit zijn voornamelijk bedrijven die zich richten op de productie van de nieuwe mediaplatformen (internet, game, apps, etc.).
2. Karakteristieken
Gekoppeld aan bovenstaande statistische cijfergegevens hebben specifieke karakteristieken van de audiovisuele sector een impact op de tewerkstelling in de sector:
-
in veel gevallen is het werk georganiseerd op projectmatige basis, wat een invloed heeft op de tewerkstellingskansen en management-modellen
-
de vraag naar tewerkstelling is, in de meest gevallen, veelal superieur aan het aanbod van de tewerkstelling, omwille van de grote aantrekkingskracht van de sector
-
de wijze van aanwerving gebeurt hoofdzakelijk informeel en een professionele aanbeveling is de meest gevaloriseerde troef voor een kandidaat
-
sommige professionele carrières zijn onderhevig aan fysieke en gezondheidskwesties en transitie-opties moeten zo snel mogelijk voorzien worden
Wat de audiovisuele sector misschien nog het meest van andere sectoren onderscheidt is het bestaan van accordeon-bedrijven. Dit zijn bedrijven die een relatief klein kernbestand van personeel hebben, maar afhankelijk van de productie of opdracht tijdelijk veelvoudig kunnen toenemen in omvang. Het positieve hiervan is dat dit soort van bedrijven zich zeer snel kan aanpassen aan fluctuaties en zich snel kan voorzien van noodzakelijke deskundigheid. Het negatieve is dan weer dat het aantrekken van ‘project’-werkers (tijdelijke werkkrachten) een meerkost met zich meebrengt, er elke keer inwerktijd verloren gaat, er een lagere loyaliteit bestaat en tevens een kleinere mogelijkheid tot het volgen van opleidingen.