In het begin van dit jaar hebben we de impact van de eerste lockdown in kaart gebracht. De impact was drastisch, maar hing af van waar je tewerk was gesteld. Zo waren vooral de productiehuizen en facilitaire bedrijven zwaar geraakt. Dit zagen we dan ook terug in het verschil tussen de audiovisuele en digitale sector (PC 227), dat een beperktere daling kende op vlak van arbeidsvolume, dan bij de zwaarder getroffen filmsector (PSC 303.01). Aan de hand van nieuwe data van de Rijksdienst Sociale Zekerheid (RSZ), die een volledig beeld van 2020 geven, kunnen we gelukkig vaststellen dat er een duidelijke relance is geweest in het tweede deel van 2020. We sommen kort de 6 belangrijkste tendensen op. Voor een grondige analyse met cijfers verwijzen we door naar het bijhorend artikel.
De hieronder verwerkte cijfers hebben enkel betrekking op het arbeidsvolume in PC 227 en PSC 303.01.
1. Sterke relance
De gehele sector kende vooral in het derde kwartaal van 2020 een sterke relance. Dit herstel vertraagde op het einde van het jaar waardoor er nog een kleine daling valt te noteren tegenover 2019. De filmsector herstelde nagenoeg volledig. In deze subsector lijkt het Vlaams Gewest wel de Waalse trend gevolgd te zijn door in te zetten op seizoensgebonden kortere contracten. Hierdoor merken we een daling in arbeidsvolume op het einde van het jaar.
In het Waals Gewest loopt de tewerkstelling in PC 227 achter op de federale evoluties. Dit is voornamelijk te wijten aan één onderneming, Gaming1, dat de sector heeft verlaten. Dit verlies aan tewerkstelling in de sector is dus permanent en niet te wijten aan de Covid-19 epidemie.
2. Productiehuizen herstellen trager
De productiehuizen kenden samen met de facilitaire ondernemingen de grootste impact door de Covid-19 epidemie, hun herstel verloopt dan ook trager. We zien dat de sector vooral geraakt is in het Vlaams Gewest omdat daar een aantal ondernemingen met een internationale en werking gericht op live-events gevestigd zijn. Op Vlaams niveau is het herstel daar ook moeizamer. In het Brussels Hoofdstedelijk en Waals Gewest zien we echter al dat de facilitaire ondernemingen gegroeid zijn tegenover 2019.
3. Impact hoogst bij jongste werknemers
De impact van de crisis op het arbeidsvolume was vrijwel gelijk voelbaar bij alle leeftijdsklassen met een enigszins verminderde impact naarmate de verhoging in leeftijd. Ook de relance laat zich op een gelijkaardige manier voelen waarbij vooral de <25 jarigen nog de hoogste daling kennen. Bij de 65+ noteren we een stijging. We hebben het hier echter over zo'n kleine aantallen dat deze stijging volledig aan 1 VTE toe te wijzen valt.
4. Nauwelijks impact op man/vrouw verhoudingen
In beide subsectoren is de impact van de epidemie op mannen en vrouwen nagenoeg gelijk geweest. Op vlak van herstel zien we dat vrouwen net iets trager naar de sector terugvloeien, maar dit verschil valt nog steeds binnen de statistische schommelingen die we elk jaar waarnemen.
5. Tijdelijke werkloosheid ook nog in 2021
Vanaf mei tot september 2020 zien we een sterke daling in het aantal werknemers die tijdelijk werkloos waren met reden Covid. In november is er echter terug een lichte heropflakkering, te samen met de tweede Covid-19 golf, om dan te stabiliseren tot en met het eerste kwartaal in 2021. We moeten dus geen volledig herstel verwachten begin 2021. In maart 2021 zien we wel terug een voorzichtige daling voor bijna alle ondernemingen. Enkel de facilitaire ondernemingen doen weer meer beroep op dit tijdelijk werkloosheid systeem.
Tekenen van voorzichtige groei
Ondanks het feit dat het arbeidsvolume van de sector nog niet op hetzelfde pijl staat van 2019, zien we toch al een aantal indicaties dat we terug naar een groeisector evolueren.
Als alle werknemers die nu in tijdelijke werkloosheid zitten terug tewerkgesteld worden in de sector, zullen we een aanzienlijke groei kennen. Dat is natuurlijk geen garantie en op dit moment van schrijven puur hypothetisch.
Daarnaast zien we ook al een groei in een aantal subsectoren. Zo zijn de Vlaamse digitale ondernemingen reeds gegroeid tegenover 2019 alsook de Waalse en Brusselse facilitaire ondernemingen. Ook de andere, ondersteunde, ondernemingen in de sector zoals consultancy, legal en andere niet audiovisueel specifieke activiteiten, zijn sterk gegroeid.