Anciënniteitsverlof

Anciënniteitsverlof

Aan de voltijdse werknemer wordt één dag anciënniteitsverlof per volbrachte schijf van vijf jaar bij dezelfde werkgever toegekend, met een maximum van 3 dagen wanneer hij tewerkgesteld wordt in een wekelijkse arbeidsregeling van 5 dagen.

Hoe wordt de anciënniteit berekend?

Onder anciënniteit wordt verstaan de periode gedurende dewelke de werknemer met één of meerdere arbeidsovereenkomsten en zonder onderbreking tewerkgesteld is geworden bij dezelfde werkgever.

Voor de berekening van de anciënniteit wordt er rekening gehouden met alle perioden van schorsing van de arbeidsovereenkomst met uitzondering van de perioden van voltijdse schorsing van de arbeidsprestaties in het kader van tijdskrediet zonder motief.

Vanaf wanneer kan dit anciënniteitsverlof opgenomen worden?

Het recht op anciënniteitsverlof wordt voor het eerst uitgeoefend in de loop van het kalenderjaar volgend op het kalenderjaar waarin de vereiste anciënniteit wordt verworven.

De anciënniteitsverlofdag is niet deelbaar. De anciënniteitsverlofdag(en) wordt/worden genomen na uitputting van de jaarlijkse vakantie en de feestdagen. De datum van opname van de anciënniteitsverlofdag(en) wordt in onderling overleg vastgelegd. Indien de werknemer zijn anciënniteitsdag(en) niet heeft uitgeput voor 31 december van het betrokken kalenderjaar, verliest hij het voordeel ervan. De werknemer zal deze anciënniteitsdag(en) niet kunnen overdragen op het volgende kalenderjaar. Hij kan geen aanspraak maken op het eraan verbonden loon of enige andere compensatie ten laste van de werkgever.

 

Hoe wordt het loon van de anciënniteitsverlofdag berekend?

Het bon van de anciënniteitsverlofdag wordt berekend volgens de berekeningsregels van het feestdagenloon.

Wat met ontslag van de werknemer?

Ingeval van ontslag van de werknemer, met prestatie van de opzegtermijn, doet de opname van de anciënniteitsverlofdag(en), de opzegperiode niet schorsen. Ais de werknemer voor de beëindiging van de arbeidsrelaties de anciënniteitsverlofdag(en) niet heeft genomen, verliest hij het voordeel ervan. Hij kan geen aanspraak maken op het eraan verbonden loon of enige andere compensatie ten laste van de werkgever.

Wat met deeltijdse werknemers?

De deeltijdse werknemers kunnen onder dezelfde voorwaarden aanspraak maken op anciënniteitsverlof of anciënniteitsverloven maar pro rata de duur van hun prestaties in vergelijking met de normale arbeidsduur van de voltijdse werknemers binnen het bedrijf.

Zo wordt het anciënniteitsverlof proportioneel toegepast volgens de arbeidstijd waarin de werknemer is tewerkgesteld op datum van opname van het anciënniteitsverlof, dit houdt in dat:

- de bij een deeltijdse betrekking het verlof wordt toegekend op basis van het arbeidsregime van deze deeltijdse betrekking en
- dat bij opnieuw overschakelen naar een voltijdse betrekking dit verlof opnieuw wordt toegekend volgens het arbeidsregime van een voltijdse betrekking.

Om het aantal dagen of uren anciënniteitsverlof ingeval van een deeltijdse betrekking te berekenen, wordt er rekening gehouden met de volgende formule: het wekelijkse arbeidsstelsel wordt gedeeld door 38 uren en vermenigvuldigd met het aantal dagen dat hem toekomt in functie van zijn anciënniteit.

Gelet op het veelvoud aan arbeidsroosters, wordt dit resultaat vervolgens omgezet in uren verlof door te vermenigvuldigen met 7,60 wat overeenstemt met 7uur 36 minuten.

Ais de decimalen hoger zijn dan 0,50, moet er naar het hogere uur worden afgerond. Ais de decimalen lager zijn dan 0,50, moet er naar het hogere half uur worden afgerond.

Voorbeeld:
15 u / 38 u x 3 dagen = 1,18 dagen x 7.60 = 8.96 uren of 9 uren na afronding.
13u//38u x 2 dagen = 1,02 dag x 7,60 = 5,18 uren afgerond op 5 u 30 minuten

Download CAO Anciënniteitsverlof
PDF - 424.36KB

Ook interessant voor jou