Sectoraal akkoord 2021-2022

sectoraal akkord

De werkgeversfederaties en de vakbonden van PC 227 sloten op 18 februari 2022 een sectoraal akkoord af waarin afspraken gemaakt werden over oa Kwaliteit van werken, Vorming en opleiding, Syndicaal werk, Mobiliteit.

Om de invoering en opvolging van de grote flexibiliteit te vereenvoudigen zal mediarte een model voor een arbeidsreglement uitwerken. Wanneer er in een onderneming geen syndicale afvaardiging aanwezig is dan dient elke wijziging in het arbeidsreglement die betrekking heeft op het arbeidsregime meegedeeld worden aan de voorzitter van het Paritair Comité en dient het Paritair Comité deze wijziging goed te keuren. Het is onder andere hierdoor dat de sociale partners vaststelden dat er heel wat verschillen bestaan over de opbouw en inhoud van arbeidsreglementen. Om hier enige uniformiteit in aan te brengen besloten de sociale partners om in de schoot van mediarte een werkgroep op te richten dat een arbeidsreglement zal opstellen dat door alle werkgevers in de sector als model zal kunnen gebruikt worden. 

De sociale partners erkennen ook het belang van vorming en opleiding en spraken ze af dat gemiddeld 6 dagen opleiding verspreid over 2 jaar moeten gevolgd worden. 1,5 vormingsdagen moeten van deze 6 op individuele basis ingevuld worden. Wat verstaan wordt onder vorming wordt expliciet toegelicht in een aparte CAO. Alle ondernemingen delen jaarlijks aan mediarte mee, hoe zij de verschillende vormingsinspanningen zullen uitvoeren.

Voor wat het syndicaal werk betreft wordt middels het sectoraal akkoord bevestigd dat de syndicale afvaardiging in een onderneming mededelingen aan het personeel kan doen na kennisgeving aan de werkgever.

Wat betreft mobiliteit werd beslist dat wanneer een werknemer gebruik maakt van een combinatie van verschillende vervoersmiddelen tijdens één traject woon-werkverkeer, kan hij voor elk onderdeel van dat traject de tussenkomst in de kosten voor het specifieke vervoersmiddel aanvragen. Om in de toekomst verdere afspraken te maken mbt mobiliteit wachten de sociale partners de resultaten van de federale mobiliteits-enquête af.

Ten slotte brengt dit sectoraal akkoord in herinnering dat er voor de betrokken periode reeds deel-akkoorden werden gesloten met betrekking SWT, tijdskrediet, landingsbanen en de operationalisering van de Vlaamse aanmoedigingspremies.

Hieronder worden alle details van dit sectoraal akkoord opgesomd.

1. Kwaliteit van werken: model van arbeidsreglement

Ten einde de invoering en opvolging van de grote flexibiliteit te vereenvoudigen, richten de partijen een werkgroep op in de schoot van mediarte, die als opdracht heeft een model-arbeidsreglement uit te werken voor de sector voor de toepassing van de CAO grote flexibiliteit.

Eens dit model is goedgekeurd, worden de ondernemingen die reeds beschikken over een arbeidsreglement op de hoogte gebracht van het model met de vraag na te gaan of zij het in het licht van dat model nuttig achten zelf ook aanpassingen door te voeren.

Aanpassingen of aanvragen overeenkomstig dit model worden in principe goedgekeurd door het paritair comité.

2. Vorming en opleiding

De sociale partners zijn akkoord om een CAO Vorming 2022 – 2023 af te sluiten op basis van de (nooit afgesloten) ontwerptekst van CAO vorming 2019 – 2020, mits die CAO-tekst volgende aanpassingen krijgt:

  1. 6 dagen gemiddeld voor de CAO-periode 2022 – 2023
  2. Kortere vormingsinitiatieven die geen volledige dag duren, kunnen worden geteld in uren in plaats van dagen.
  3. 1  ½ vormingsdag van de bovenvermelde 6 dagen wordt op individuele basis ingevuld (individualisering van de vormingsdagen)

4. De definitie vorming wordt aangepast als volgt:

• Onder vorming en opleiding wordt verstaan:

a) formele opleiding : door lesgevers of sprekers ontwikkelde cursussen en stages.

Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van organisatie van de opleider of opleidingsinstelling. Ze gaan door op een plaats die duidelijk van de werkplek gescheiden is. Ze richten zich tot een groep cursisten en vaak wordt een attest verstrekt dat de opleiding gevolgd werd. Die opleidingen kunnen ontwikkeld en beheerd worden door de onderneming zelf of door een extern organisme;

 

b) informele opleiding : de opleidingsactiviteiten, andere dan deze bedoeld onder a) die rechtstreeks betrekking hebben op het werk. Deze opleidingen worden gekenmerkt door een hoge graad van zelforganisatie door de individuele leerling of door een groep leerlingen met betrekking tot de tijd, de plaats en de inhoud, een inhoud die gekozen wordt volgens de individuele behoeften van de cursist op de werkplek, en met een rechtstreeks verband met het werk en de werkplek, met inbegrip van deelname aan conferenties of beurzen voor leerdoeleinden;

 

c) De geleverde prestatie of het opgeleverde materiaal tijdens de opleiding van de deelnemers wordt niet doorgerekend aan een klant van de onderneming. De uren besteed aan opleiding kunnen niet samenvallen met uren waarin de werknemer onbegeleid zijn/haar dagdagelijkse werkzaamheden uitvoert. De vorming heeft als doel een specifieke vorm van kennis of vaardigheden over te dragen op een werknemer die daardoor competenter wordt en zijn werk beter kan verrichten.

3. Syndicaal werk - syndicaal overleg

De sociale partners brengen enkele elementen in herinnering van het artikel 25 van de CAO van 11 december 2012 die de CAO van 24 mei 2005 aangaande het statuut van de  vakbondsafvaardiging wijzigt. Met name bevestigen zij dat de syndicale afvaardiging, na kennisgeving aan de werkgever, kan overgaan tot schriftelijke en mondelinge mededelingen ten nutte van het personeel. Daartoe kan de syndicale afvaardiging gebruik maken van het internet en van e-mail. De vakbondsafvaardiging kan, met akkoord van de werkgever over het tijdstip en de modaliteiten van de organisatie, op de arbeidsplaats en gedurende de werkuren, voorlichtingsvergaderingen voor het personeel van de onderneming beleggen. De werkgever mag dit akkoord niet willekeurig weigeren.

4. Mobiliteit

  1.  Het Paritair Comité zal kennis nemen van de sectorale resultaten van de federale mobiliteitsenquête en deze federale diagnostiek woon-werkverkeer bespreken in het licht van de sectorale akkoorden rond mobiliteit, eventueel en indien efficiënter, voor te bereiden in een tijdig opgerichte paritaire werkgroep.
     
  2. Wanneer een werknemer gebruik maakt van een combinatie van verschillende vervoersmiddelen tijdens één traject woon-werkverkeer, kan hij voor elk onderdeel van dat traject de tussenkomst in de kosten voor het specifieke vervoersmiddel aanvragen. Wanneer de werknemer voor een dergelijke combinatie kiest, kan de werkgever een minimumperiode van 3 maanden opleggen voor die keuze. De combineerbare tegemoetkomingen zijn beperkt tot de vervoersmiddelen waarvoor tot op heden een tegemoetkoming geldt, met name openbaar vervoer, eigen wagen en fiets, en dienen met de realiteit overeen te komen.

5. Verlenging & actualisering van sectorale CAO’s: pro memorie

De volgende CAO's werden voor de betrokken periode reeds eerder afgesloten:

Stelsels Werkloosheid met bedrijfstoeslag (SWT)

Vrijstelling aangepaste beschikbaarheid SWT-werknemers

Tijdskrediet/landingsbanen

Sectoraal operationaliseren toegang tot de Vlaamse aanmoedigingspremies tijdskrediet

6. Sociale vrede

De in het PC 227 vertegenwoordigde sociale partners verbinden zich ertoe om tijdens de geldigheidsduur van dit sectorakkoord, géén bijkomende eisen te stellen op het niveau van het paritair comité en evenmin dat van de daaronder ressorterende ondernemingen in verband met de materies die in dit akkoord zijn vervat.

7. Duur

Dit akkoord werd afgesloten in plenaire vergadering PC 227 op 18 februari 2022 en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2021 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2022, tenzij anders bepaald zoals bijvoorbeeld de CAO Vorming die op 18 maart 2022 afgesloten werd een een geldigheidsduur heeft van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2023.


Ook interessant voor jou