De kracht van de #MeToo-beweging, misschien wel een van de belangrijkste hedendaagse bewegingen in verband met de gelijkheid tussen mannen en vrouwen, is te lezen als een uitnodiging om samen het landschap te hertekenen.
De twee psychologen van de genderkamer, Nina Callens en Viktor Van der Veken, blikken in samenwerking met mediarte, terug op 2 jaar #metoo ombudswerking in de Vlaamse mediasector. De genderkamer luistert, vangt geluiden op, registreert en bemiddelt, op individueel en organisationeel niveau, daar waar gepast en gewenst. Verschillende betrokkenen aan alle zijden die spraken met de genderkamer, gaven aan dat hun participatie net mogelijk wordt gemaakt door de onafhankelijke positie van de genderkamer bij de Vlaamse ombudsdienst, en het belang van gedegen bescherming wanneer zij dit meldingskanaal benutten.
In de meldingen gaat het vaak om menselijk relationeel gedrag dat inter- en intramenselijk brokken maakt, soms erg grote brokken, ook voor organisaties. De overgrote meerderheid van genderkamerdossiers gaat niet over strafrechterlijke inbreuken, maar bevindt zich in de grijze zone van lawful but awful gedrag. De basis ligt regelmatig in terugkerende, soms chronische opmerkingen of gedragingen, vormen van of pogingen tot intimidatie, neigend naar seksisme, soms pesten. De bijklank is niet altijd seksueel, maar haast altijd is er een onevenwichtige machtsverhouding met soms zeer complexe statushiërarchieën. Jobonzekerheid is een risicofactor en alvast in media situeren de klachten zich in een uiterst competitieve wereld. Vaak moeten of willen mensen nog met elkaar verder, bijvoorbeeld omwille van een of ander samenwerkingsverband of vanwege gemeenschappelijke doelen.
De Genderkamer maakt gebruik van herstelgerichte methodieken, een verzameling van praktijken en methodes die gericht zijn op de gemeenschappelijke weg uit een conflict met oog voor individuen die iets hebben meegemaakt, veroorzakers en ook de omgeving . Kernelementen zijn participatie, verantwoordelijkheid nemen, herstel, en transformatie. Het is een gespreksvorm die de relationele breuk en wantrouwen tussen mensen als kern voor ogen houdt en die daarbij ruimte laat voor ervaringen, de impact van een bepaald gedrag, noden, belangen, verplichtingen en ook rechten. In de minimale variant gaat het om een individu dat om een erkenningsgesprek vraagt; of een persoon die iets heeft meegemaakt en een veroorzaker die indirect of direct bij elkaar gebracht worden; in verderstrekkende varianten kunnen ook andere belanghebbenden zoals verantwoordelijken, omstanders of nog andere personen van verschillende zijden aan het gesprek deelnemen.
In het werkjaar 2019 kwamen zo 20 media- en cultuurzaken terecht in een genderkamertraject die zaken werden zo ongeveer 100 gesprekken gevoerd met de verschillende betrokkenen. In het corona-gekleurde jaar 2020 volgden 29 gelaagde dossiers waarvoor zo’n 200 gesprekken plaatsvonden. Momenteel staat de teller in 2021 op 11 dossiers. Een klein percentage van deze dossiers houden verband met de mediasector. Waar hier zou kunnen geconcludeerd worden dat er geen problemen zijn, zijn we voorzichtig. Sectorspecifieke cijfers uit Onderzoek van de UGent tonen immers aan dat tot wel 50% van de ondervraagde vrouwen en bijna 20% van de mannen in de mediasector het afgelopen jaar iets heeft meegemaakt dat onder de noemer (seksueel) grensoverschrijdend gedrag op de werkvloer kan vallen. Velen vinden echter het bos door de bomen niet meer qua meldkanalen en klachtenprocedures. De genderkamer helpt mee om het klachtenlandschap toegankelijker, transparanter en laagdrempeliger te maken, en gaat met praktijkgericht herstel aan de slag.