Voor de derde keer op rij bracht mediarte aan de hand van de mediasensor enquête, de werkbeleving en de psychosociale risico’s voor de audiovisuele, film en digitale sector in kaart. De medewerkers in deze sector blijken heel geëngageerd en hebben plezier in het werk, maar ervaren een alarmerend hoge nood aan herstel door onder andere de hoge werkdruk.
Hermeting
Na edities in 2016 en 2019 onderzocht mediarte voor een derde keer het mentaal welzijn in de audiovisuele-, film- en digitale sector. De meting werd uitgevoerd door door HR en Well-being specialist Attentia en Professor Guy Notelaers, Universiteit van Bergen en Associate researcher K.U.Leuven. Aan de enquête van 2022 namen 78 ondernemingen deel. 7183 vragenlijsten werden verzonden waarvan er meer dan 3.400 werden ingevuld. Dat brengt de responsgraad van de bevraging op 48%. Gezien de grootte van de bevraging, verspreid over verschillende ondernemingen binnen de sector is dit een mooi resultaat. Tijdens deze meting werd er een extra focus werd gelegd op grensoverschrijdend gedrag door de vragenlijst uit te breiden met een specifieke module.
Theoretisch model
De mediasensor steunt op het Job Demands – Resources Model dat vertelt hoe we welzijn op het werk kunnen begrijpen en bevorderen. Het basismodel stelt dat de werkomgeving kan beschrijven worden aan de hand van stressbronnen en motivatiebronnen. Onder stressbronnen zitten de werkeisen (‘job demands’). Dit zijn aspecten van het werk die voortdurend inspanning vragen van een werknemer en energie kosten: hoge werkdruk, onduidelijke taken, emotionele belasting,...Door een teveel aan stressbronnen krijgen werknemers te maken met stressreacties, geven aan behoefte te hebben om even op adem te komen (herstelnood) en kunnen op termijn mogelijks een burn-out ontwikkelen.
Motivatiebronnen zijn hulpbronnen (‘resources’) die energie geven aan de medewerkers. Hulpbronnen leiden tot motivatie, arbeidsplezier, engagement en groei en vormen een buffer tegen de werkeisen. Er zijn twee verschillende soorten hulpbronnen: werkgerelateerd hulpbronnen en persoonlijke hulpbronnen. De werkgerelateerde hulpbronnen hebben te maken met je werk: inspraak, afwisseling in het takenpakket, steun leidinggevende en collega’s,... Persoonlijke hulpbronnen hebben te maken met wie je bent en hoe je met bepaalde zaken omgaat: je weerbaarheid, het zien van kansen en deze grijpen,...
De balans/wisselwerking van stress- en motivatiebronnen beïnvloedt de werkbeleving: het ervaren van herstelnood, het engagement en het plezier in het werk. Wil je een positieve werkbeleving nastreven, dan is het ook belangrijk een goed evenwicht te hebben tussen stressbronnen en motivatiebronnen.
Een geëngageerde sector met veel plezier in het werk
De positieve welzijnsindicatoren scoren goed binnen de sector: 83% voelt zich geëngageerd in het werk. Deze werknemers bruisen van energie, voelen zich erg betrokken bij het werk en hebben het gevoel dat de tijd voorbijvliegt wanneer zij aan het werk zijn. Daarnaast ervaart 86% plezier in het werk, een maat voor de intrinsieke motivatie. Medewerkers die plezier ervaren in het werk vinden hun werk prettig en boeiend.
90% van de respondenten ervaart jobzekerheid en 76,3% ervaart voldoende afwisseling van taken binnen de job. Daarnaast scoort 94% van de respondenten de leidinggevende gunstig inzake transformationeel leiderschap. Dit betreft een leidinggevende die de menselijke kant en motiverende kant van leidinggeven uitstraalt.
Groot risico op burn-out
Er werd ook gepeild naar een negatieve welzijnsindicator, met name naar de mate waarin de medewerkers herstelnood ervaren. In 2019 konden we vaststellen dat de herstelnood licht gedaald was in vergelijking met de meting uit 2016: van 44% naar 41%. Nu moeten we vaststellen dat de herstelnood opnieuw sterk gestegen is. Van de respondenten ervaart 48% nood aan herstel. Men geeft onder meer aan moeilijk te kunnen ontspannen op het einde van de werkdag, zich uitgeput te voelen en zich moeilijker te kunnen concentreren. Iets meer dan de helft van deze groep (28% van de respondenten in totaal) geeft aan altijd herstelnood te ervaren. Dit is de zogenaamde acuut problematische groep. Blijft bij deze groep het herstel uit, dan bestaat een verhoogde kans (binnen een termijn van ongeveer 6 maanden) op uitval wegens ziekte.
Hiernaast zijn andere aandachtspunten het ervaren van gebrek aan loopbaanmogelijkheden (72,5%), de behoefte aan betere verloning (53,8%), de arbeidsorganisatie (59%), inspraak (52,6%) en het hoge werktempo (49,8%). Dit kan deels al een verklaring zijn voor de hoge herstelnood.
Ongewenst gedrag op het werk
De mediasensor bevraagt ook het meemaken van ongewenst gedrag op het werk. Hierbij worden er vragen gesteld die peilen naar pesten, agressie en ongewenst seksueel gedrag. Ongewenst gedrag op het werk kan gezien worden als een stressbron, maar de interpretatie van de cijfers ligt anders bij dit thema. Voor ongewenst gedrag op het werk geldt immers een nultolerantie.
Pesten
1,3% is slachtoffer van pestgedrag op het werk. Dit wil zeggen dat op 3.473 respondenten 45 medewerkers frequent over een tijdsspanne van 6 maanden geconfronteerd zijn met pestgedrag. Het betreft enerzijds persoonsgebonden handelingen (roddels, sociale uitsluiting, beledigingen, kwetsende opmerkingen of grappen) en anderzijds werkgebonden handelingen (werk bemoeilijken door informatie achter te houden, herhaalde opmerkingen geven over vergissingen, werk en inspanningen niet naar waarde inschatten).
Agressie
Voor agressie op het werk stellen we vast dat 99,2% weinig of geen agressie en conflicten rapporteert met directe leiding. 0,8% rapporteert wel vaak agressie of conflicten met hiërarchie te ervaren, het betreft 28 personen op 3473 respondenten. 99,6% rapporteert weinig of geen agressie of conflicten met collega’s. 0,4% rapporteert wel vaak agressie of conflicten met collega’s te ervaren, namelijk 14 personen op 3473 respondenten.
Ongewenst seksueel gedrag op het werk
Een extra module rond deze thematiek werd in de mediasensor enquête van 2022 opgenomen. Hieruit blijkt dat 97,2% aangeeft weinig of niet geconfronteerd te worden met ongewenst seksueel gedrag op het werk. 2,8% geeft wel aan ongewenst seksueel gedrag te ervaren in de voorbije 6 maanden, het betreft 97 personen op 3.473 respondenten. In 2019 werd er aan de hand van een beperktere module gepeild naar ongewenst seksueel gedrag en gaf 3% aan zo’n gedrag te ervaren.
In 71,1% van de gevallen werd aangegeven dat een collega het gedrag stelde. Wat betreft het (makkelijk) bespreekbaar zijn van dit thema binnen de organisatie, geeft 43,9% aan dat zij dit (zeer) moeilijk bespreekbaar vinden. 26% haalt aan dat zij dit (zeer) makkelijk bespreekbaar vinden. Deze cijfers geven aan dat er nog heel wat medewerkers het moeilijk vinden om deze problemen aan te kaarten binnen de organisatie(s).
Conclusie
‘Om op te branden, moet je eerst in brand gestaan hebben’, deze slagzin is meer dan eens van toepassing op onze sector. We zien dat de respondenten veel plezier ervaren in het werk en geëngageerd zijn, maar ook dat er een hoge nood aan herstel is. Omdat de stressbronnen eigen aan de sector – harde deadlines, hoog werktempo, geen 9 to 5 – moeilijk aan te passen zijn, moeten we inzetten op het versterken van de motivatiebronnen om een buffer te vormen voor die herstelnood.
Volgende stappen
Voor de voorbereiding en uitwerking van de mediasensor enquête werkte mediarte nauw samen met een stuurgroep bestaande uit verschillende bedrijven uit onze sector. Deze goede samenwerking is niet geëindigd met de afronding van de enquête. We zien de resultaten als een startpunt dat ons een duidelijk overzicht biedt van hoe de werkbeleving binnen onze sector scoort. Duidelijke werkpunten worden naar voor geschoven waar we de komende tijd sterk op in moeten zetten. Onze sector staat onder druk en de krapte van de arbeidsmarkt vergemakkelijkt de situatie niet. Des te meer is de urgentie van werken aan een (mentaal) gezonde sector een hoge prioriteit. Daarom engageerde mediarte en de stuurgroep zich reeds tot een verdere samenwerking om deze prioriteit hoog op de agenda te houden en ermee aan de slag te gaan.