Wanneer het buiten zeer warm wordt, kan dit onaangename gevolgen hebben op de werkplek. Om de impact voor de werknemers te beperken, moet de werkgever een aantal maatregelen nemen. Laten we 's kijken naar wat de Codex over het welzijn ons hierover leert.
Wat moet de werkgever vooraf doen?
De werkgever moet vooraf een risicoanalyse uitvoeren van de thermische omgevingsfactoren die aanwezig zijn op de arbeidsplaats, waarbij hij rekening moet houden met de volgende factoren:
- de luchttemperatuur, uitgedrukt in graden Celsius;
- de relatieve luchtvochtigheid, uitgedrukt in percentage;
- de luchtstroomsnelheid, uitgedrukt in meter per seconde;
- de thermische straling veroorzaakt door de zon of door technologische omstandigheden;
- de fysieke werkbelasting, geëvalueerd door de per seconde te produceren energie, nodig om een werk uit te voeren, en berekend in watt;
- de gebruikte werkmethodes en arbeidsmiddelen;
- de eigenschappen van de werkkledij en van de persoonlijke beschermingsmiddelen;
- de combinatie van al deze factoren.
Wanneer moet de werkgever maatregelen nemen?
De werkgever moet bepaalde maatregelen nemen wanneer de actiewaarden voor blootstelling aan warmte zijn overschreden. Deze actiewaarden voor blootstelling aan warmte, vastgesteld uitgaande van de WBGT-index in functie van de fysieke werkbelasting, zijn de volgende:
- 29 voor zeer licht of licht werk;
- 26 voor halfzwaar werk;
- 22 voor zwaar werk;
- 18 voor zeer zwaar werk.
De WBGT-index kan hetzij rechtstreeks gemeten worden, hetzij berekend worden uitgaande van de meting van de klimatologische parameters van de luchttemperatuur, de luchtvochtigheid, de luchtstroomsnelheid en de thermische straling (voor meer informatie over de WBGT-index: http://www.werk.belgie.be rubriek 'Welzijn op het werk/Omgevingsfactoren en fysische agentia/Thermische omgeving').
Welke maatregelen moeten worden genomen?
Wanneer de voornoemde waarden klimatologisch worden overschreden, moet de werkgever een aantal maatregelen nemen. Hij moet:
- collectieve of persoonlijke beschermingsmiddelen ter beschikking stellen van de werknemers die aan rechtstreekse zonnestraling blootgesteld worden;
- de nodige maatregelen treffen om, zonder kosten voor zijn werknemers, aangepaste verfrissende dranken ter beschikking te stellen, overeenkomstig het advies dat hieromtrent werd gegeven door de preventieadviseur-arbeidsgeneesheer;
- in de werklokalen inrichtingen voor kunstmatige verluchting plaatsen binnen een termijn van 48 uur vanaf het ogenblik waarop de hinder wordt vastgesteld.
Indien de hinder na deze termijn ondanks de genomen maatregelen blijft voortduren, moet de werkgever een arbeidsstelsel invoeren waar aanwezigheid op de werkpost wordt afgewisseld met rusttijd.
Wenst u meer informatie aarzel dan niet om contact op te nemen met uw externe dienst voor preventie en bescherming op het werk.
Bron: Codex over het welzijn, titel IV, hoofdstuk 2.