STARR-methode

Heading STARR-methode

Een evaluatie- of feedbackgesprek voeren is niet altijd gemakkelijk. Een bepaalde situatie of gedrag bespreekbaar maken op een stage vraagt soms om een concrete tool om het gesprek te ondersteunen.

De STARR-methode wordt vaak in het kader van sollicitatiegesprekken gebruikt , maar kan evengoed als basis gebruikt tijdens een feedbackgesprek. De techniek kan ook de stagiair ondersteunen bij het reflecteren op bepaalde taken die hij of zij op haar stage heeft uitgevoerd.

Het is een methode die, door een concrete situatie te analyseren, inzicht geeft in de competenties en vaardigheden die iemand heeft ingezet bij een specifieke situatie en hoe deze persoon met de situatie is omgegaan. Het helpt dus o.a. ook bij het beoordelen van mensen.

In de kern van de STARR-methode komt het erop neer dat je voorbeelden geeft van feitelijk (werk)gedrag dat te maken heeft met de job of de stage.

STARR-techniek

Nog vragen?

Lees hier alles over stagewerking in het brede audiovisuele landschap!

Vraag aan de stagiair een bepaalde situatie te beschrijven dat vlot ging of dat net wat moeilijker verliep. Je kan ook als  stagementor zelf een situatie beschrijven die je graag bespreekbaar wil maken. Bepaal vooraf wat je doelstelling is als je feedback geeft. Ze benoemen kan helpen om de ander inzicht te geven in waarom het voor jou belangrijk is om deze feedback te geven. Je kan hier bvb. jouw bezorgdheid of verlangen uiten of aandacht geven aan positieve feedback.

Stel vragen over hoe het is verlopen of beschrijf wat jouw observatie was. Start bij de situatie, de specifieke taak, hoe de stagiair dit heeft aangepakt en wat het resultaat was. Benoem je waarneming van de feiten en beschrijf de concrete situatie: 'Ik stel vast dat… Mijn indruk is dat...'. Check of de ander jou begrijpt en jouw waarneming deelt.

Quote 2

S = Situatie

Wat ging eraan vooraf?

Wanneer speelde dit voorval?

Met wie werkte de stagiair hieraan samen? Wie waren erbij betrokken?

Wat was de rol van stagiair, stagementor of andere teamleden?

T = Taak

Wat was de taak van de stagiair?

Waarom moest de stagiair dit doen?

Welke doelen had je voor ogen?

Was er een bepaalde timing afgesproken?

Voor wie was dit nog meer belangrijk?

Welke plaats nam de stagiair in het gehele proces in?

A = Actie

Wat deed de stagiair toen?

Waarom pakte de stagiair het op die manier aan?

Wat deed stagiair eerst, wat kwam daarna?

Zeg hierbij wat dit met jou, het team, of anderen doet.

R = Resultaat

Wat was het resultaat van de actie?

Hoe is het afgelopen?

Zijn er nog vervolgacties aan vastgeknoopt, en zo ja welke?

Zijn er problemen die later nog aan bod kwamen?

R = Reflectie

Zou je een zelfde probleem volgende keer weer zo aanpakken?

Wat zou je een volgende keer anders doen?

Formuleer indien nodig een verzoek en spreek af welke acties je verwacht.

Een stageplaats met een open communicatie en open begripvolle feedbackcultuur zal de stagiair beter ondersteunen in zijn of haar leerproces.


Ook interessant voor jou