Fabrique Fantastique werd in 2014 opgericht door animator en regisseur Tom Van Gestel. Gevestigd in een oude fabriek in Lier, legde ze zich in eerste instantie toe op minoritaire coproducties. In 2020 lanceren ze hun eerste eigen IP (intellectual property), Ridder Muis. We spraken met producer Geert Torfs over de zin of onzin van interne opleidingen en waar de animatiesector naar toe gaat.
Hoe belangrijk is het om, als animatiestudio, in te zetten op het ontwikkelen van eigen IP?
Geert: “Ik denk dat dat één van de belangrijkste uitdagingen is de komende jaren voor de animatiesector in België. De voorbije jaren is het makkelijk geweest om coproducties op te starten en geld op te halen via de vele fondsen en de tax shelter. Dat heeft de sector in België enorm geholpen. Het gevolg zou moeten zijn dat we meer en meer gaan inzetten op eigen producties en IP om zo op eigen benen te kunnen staan. De realiteit nu is echter dat als één van de aanwezige steunmaatregelen zou wegvallen, we het als sector heel moeilijk zouden krijgen.
“We zijn als creatieve sector vooral gefocust op het creëren en minder op het exploiteren van onze ideeën. We zouden minder afhankelijk moeten worden van één activiteit opdat de levensvatbaarheid van onze ondernemingen vergroot. Je begint te zien dat meer en meer animatiestudio’s ook inzetten op gaming. Die activiteiten liggen in dezelfde lijn en is dus een logische uitbreiding. Maar we moeten nog verder durven denken en echt inzetten op het ontwikkelen van merken en die exploiteren via verscheidene afgeleiden.
Is de stap van animatieserie naar een game dan zo evident?
Geert: “Ja, ik vind van wel. Het zijn beide vormen van entertainment en van storytelling. Ook technisch groeien ze naar elkaar. Real-time rendering wordt alsmaar belangrijker binnen animatie waardoor de assets makkelijk overgezet kunnen worden. Het is natuurlijk niet zo dat je jouw animatiestudio zomaar kunt omvormen naar een gaming studio. Waar we bij animatie vertrekken van storytelling, wordt er bij games vertrokken van gameplay. Maar in het vormen van samenwerkingen kunnen we elkaar wel versterken in elkaars expertise en kunnen er mooie dingen ontstaan.”
Je komt zelf van de live entertainment sector, zie je veel verschillen en wat kan men leren van elkaar?
Geert: “Ik was gewend aan productie doorlooptijden van drie à zes maand terwijl dat bij animatie toch eerder tussen de drie à zes jaar ligt. Het financieringsmodel is ook volledig anders. Bij live entertainment ben je veel meer afhankelijk van eigen inkomsten die je haalt uit de exploitatie. Bij animatie is die financiering meestal rond wanneer je aan de productie begint. Een gevolg daarvan is dat er een groter commercieel denken aanwezig is binnen live entertainment. Hierdoor durft men sneller experimenteren met nieuwe businessmodellen. In omgekeerde richting zie je dat er weinig samenwerkingen zijn, dit waar coproducties in de animatiesector bijna standaard zijn.”
Is de aanwerving van de juiste profielen een probleem binnen de animatiesector?
Geert: “Ja, absoluut. Het aantrekken van zogenaamde lead-profielen gaat heel moeilijk en dit zowat in elke discipline. Vooral projectmanagers zijn heel moeilijk te vinden. Je moet mensen vinden die zowel een volledig inzicht hebben in een animatie pipeline als perfect kunnen werken in excel. Je merkt daarnaast ook dat je heel snel tegen de grenzen van ons land aanbotst. In het buitenland werkt men met budgetten van een andere grootorde. Hierdoor zien we een uitstroom naar landen zoals Canada en de UK. Hoewel dat misschien gaat verminderen met de Brexit.” (lacht)
Ontmoet het team van Fabrique Fantastique op de Anima industry day 2020
Nieuwsgierig naar het DNA van de Belgische animatiesector?
Of wil je solliciteren voor een droomjob bij Fabrique Fantastique?
Hoe proberen jullie hiermee om te gaan?
Geert: “Bij aanwerving geven we altijd heel duidelijk mee dat we verwachten dat men blijft bijleren. We vinden het als onderneming enorm belangrijk om in te zetten op levenslang leren. Dirk Henrotay, ook docent bij LUCA, werkt wekelijks drie dagen bij ons, waarvan één dag aan interne opleidingen. Op deze manier willen we investeren in de multifunctionaliteit van onze mensen. Andere studio’s huren vaak profielen ad hoc in, afhankelijk van welke productiefase ze in zitten. Dit heeft als voordeel dat ze zeer flexibel kunnen schakelen, waardoor ze een beetje kunnen besparen op loonkosten. Wij verkiezen daarentegen om onze mensen mee te nemen in de verschillende fases van een project. Dit vereist een investering, maar je houdt op die manier wel de kennis binnen je bedrijf en de samenwerkingen binnen je team. “
Bestaat het gevaar dan niet dat deze investering verloren gaat indien mensen je bedrijf verlaten?
Geert: “Nee, zo bezie ik dat niet. Opleiding is voor ons een onderdeel van het loonpakket. Als mensen kiezen om naar het buitenland te gaan moedig ik dat juist aan. En als zij na vijf jaar willen terugkomen dan zullen wij hen, en hun ervaring, met open armen ontvangen. Het is veel schadelijker om niet te investeren in je mensen, en dat al helemaal als ze blijven zitten en deel blijven uitmaken van je onderneming.”
Opleiding is voor ons deel van het loonpakket
Je vraagt uiteindelijk wel veel van je mensen.
Geert: “We vragen mensen inderdaad wel eens om hun grenzen op te zoeken. Nu, als je merkt dat een bepaald programma echt niet aangeleerd wordt, is dat ook geen drama. Er zijn genoeg taken te vervullen. We willen mensen absoluut niet in een burn-out duwen. Maar we willen ze wel prikkelen en tot op heden hebben we nog geen negatieve reacties gekregen.
We zoeken in onze aanwervingen ook specifiek naar profielen die dergelijke flexibiliteit bezitten. Als iemand aangeeft, tijdens een sollicitatiegesprek, dat hij of zij bijvoorbeeld enkel wil “compositen”, dan is dat ok, maar dan is dat waarschijnlijk niet iemand voor ons team.“
Hoe combineren jullie deze tijdsinvestering in opleiden met de dagdagelijkse productie?
Geert: “Je verliest in het begin wel wat tijd maar dat win je later dubbel en dik terug. Voor Ridder Muis, een 3D productie, waren wij een 2D animatie pipeline gewoon. Aangezien we met dezelfde mensen werken is dat wel een aanpassing. Maar onze volgende productie is terug 2D, waardoor we héél makkelijk kunnen schakelen. De ramp-up van een productie zijn de duurste maanden. Je moet normaliter aanwerven, mensen ingeschakeld en ingespeeld krijgen op elkaar. Dat is tijd die wij winnen.”
Kom je zelf nog aan bijleren?
Geert: “Absoluut, wij zijn aangesloten bij VOKA zodat ik kan investeren in de zakelijke kant. Binnenkort volg ik ook een traject bij DAE omtrent artificial intelligence. Ik probeer dus continu te werken aan mezelf, om een betere versie te worden. Of ik daarin slaag, laat ik in het midden.” (lacht)