Aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid

tijdelijke werkloosheid

Een aanvullende vergoeding moet betaald worden bij tijdelijke werkloosheid aan arbeiders en, onder bepaalde voorwaarden, aan bedienden die ressorteren onder PSC 303.01 (film productie). 

De wettelijke regeling voor deze aanvullende vergoeding is van kracht sinds 1 januari 2012 en is nog steeds relevant in deze periode van economische werkloosheid, die toeneemt sinds het begin van de Covid-19-pandemie.

Wie heeft recht op een aanvullende vergoeding bij tijdelijke werkloosheid?

Bij wet is er de verplichting voor de arbeiders die ressorteren onder PSC 303.01.

Onder de volgende voorwaarden kunnen bedienden ook genieten van deze aanvullende vergoeding:

  • Het bedrag wordt bepaald in een (ondernemings-)cao of het ondernemingsplan op basis waarvan de tijdelijke werkloosheid werd ingevoerd
  • Het supplement is minstens gelijk aan het bedrag dat de arbeiders ontvangen

 

In welke situaties van tijdelijke werkloosheid moet deze vergoeding toegekend worden?

De vergoeding moet worden toegekend in de volgende gevallen :

  • Economische werkloosheid
  • Tijdelijke werkloosheid wegens slecht weer
  • Tijdelijke werkloosheid wegens technische storing

Wat is het bedrag van de aanvullende vergoeding?

De vergoeding bedraagt minimaal 2 euro per inactiviteitsdag waarvoor een werkloosheidsuitkering verschuldigd is.

Wie moet deze aanvullende vergoeding betalen?

De aanvullende vergoeding moet door de werkgever betaald worden.


Ook interessant voor jou