Als kind wilde Alana Stoefs natuurwetenschapper worden en maakte ze met haar kleine point-and-shoot filmcamera veel foto's van alles wat zich rond haar afspeelde. Vandaag werkt ze als cinematograaf en camera-assistent in fictie en documentaire en vormt het thema wereldbeleving de rode draad in haar werk.
Vrouwen die technisch goed zijn, zijn blijkbaar nog steeds mind-blowing.
Alana Stoefs: "Van jongs af aan was ik gefascineerd door mijn omgeving. In het middelbaar wilde ik al fotografie gaan studeren, maar van mijn ouders moest ik eerst mijn richting in het ASO afmaken. Nu ben ik daar blij om: zo ben ook ik in contact gekomen met psychologie en filosofie. De opleiding aan Narafi was heel verrijkend. Vaak hadden we nieuwe opdrachten die we ook in groep bespraken waardoor we kritischer naar beelden leerden kijken. Voordat ik het besefte, belandde ik op een filmset van het RITCS. Ik wilde weten wat film inhield. Ik hield van foto’s maken, maar wilde met meer elementen aan de slag gaan. Tijd, geluid, lichtveranderingen, camerabewegingen, ik wilde meer."
Film zit ook wel een beetje in je genen, toch?
Alana: “Mijn papa had vroeger een bedrijf in lichtverhuur, dus als kind liep ik vaak rond tussen rekken vol lampen, statieven, kabels en in een lege studio. Soms ging ik mee piepen op sets. Donkere studio’s en een crew die hard bezig was zonder dat het er als werk-werk uitzag, dat fascineerde me. Nu het mijn job is, voelt het bij momenten niet aan als een job. Het kunnen lange en zware dagen zijn, maar het leuke is dat je op locaties belandt waar je anders nooit zou komen. Met mijn mama ging ik als kind elke woensdagnamiddag naar de bioscoop. Als we thuis op tv films keken, had mijn papa vaak kritische opmerkingen over zaken die niet klopten, zoals licht en continuiteit. Achteraf gezien brachten die momenten me enorm veel bij.”
Wat inspireert jou als maker?
Alana: "Fotografen inspireren mij nog steeds het vaakst, grappig genoeg ben ik films pas als inspiratie beginnen te zien in mijn laatste jaar fotografie. De fotografe die me het meest inspireert is Lina Scheynius. Haar gevoeligheid, het dagdagelijkse onderwerp en het gebruik van kleur, daar houd ik van. Ik ben ook enorme fan van documentairemaker Naomi Kawase. In 'Katatsumori' bracht ze haar oma, die haar heeft opgevoed, zo teder in beeld en dit tijdens het groeiproces van bonen die ze in de tuin geplant heeft. Ook ben ik geïntrigeerd door schilderijen. Op dit moment ben ik vooral in de ban van het boek 'Leben? oder Theater?' met gouache schilderijen van Charlotte Salomon. Ze was een 26-jarige Joods-Duitse kunstenares die leefde tijdens het interbellum. Ze koos ervoor om haar verdriet te transformeren tot kunst en zo maakte ze twee jaar lang, dag en nacht, prachtige schilderijen over haar leven.”
Ik hield van foto's maken, maar wilde met meer elementen aan de slag gaan. Tijd, geluid, lichtveranderingen, camerabewegingen, ik wilde meer.
Heb je je als cameravrouw of – assistent ooit benadeeld gevoeld op de werkvloer?
Alana: “Ik heb me nooit benadeeld gevoeld maar ik merkte wel dat er opmerkingen waren over het zware fysieke aspect van de job. Verder zijn vrouwen die technisch goed zijn, blijkbaar nog steeds mind-blowing.”
Wat zijn je toekomstplannen?
Alana: “Mijn doel is om cinematograaf te worden. Ik vind het intrigerend dat je in de wereld van documentaire en fictie veel leert over de mens. Ik vind het belangrijk om maatschappelijke kwesties aan te kaarten door verhalen op een kwetsbare manier in beeld te brengen. Het kan pijnpunten blootleggen, wonden helen en mensen verbinden.
Heb je tips voor jongeren die hetzelfde pad willen kiezen?
Alana: “Durf de stap zetten in de creatieve sector, tijdens je opleiding ontdek je nog zo veel meer functies waarvan je het bestaan nog niet kende. Doe vooral waar je zin in hebt, volg je buikgevoel, ga ervoor en houd vast aan de hoop dat er – wie weet – ooit iets op je pad terecht zou kunnen komen. Het is een onzeker bestaan, omarm de angst voor het onbekende om ook vrijheid te kunnen voelen want film maken is in essentie spelen."