In het verleden werkte ze als reporter voor ‘Man bijt Hond’ en ‘De Ideale Wereld’. Voor de nieuwe fictiereeks ‘De Dag’ schreef Julie Mahieu, samen met haar lief Jonas Geirnaert, niet alleen het scenario. Ook waren ze nauw betrokken bij de casting en traden ze tijdens de opnames beiden als showrunner aan. Vanaf donderdag 10 januari 2019 is de reeks te zien op Vier.
Met jezelf kunnen lachen, vind ik een bijzonder sterke kwaliteit.
Hoe ben je scenarioschrijver geworden?
“Meer dan tien jaar geleden heb ik avondschool Film en Video gevolgd op de Academie voor Schone Kunsten in Antwerpen, daar zat ook scenarioschrijven bij. De laatste jaren heb ik voornamelijk boeken gelezen over scenarioschrijven, onder andere ‘The Comic Toolbox’ van John Vorhaus, maar ook ‘How Not to Write a Screenplay’ van Denny Martin Flinn en ‘Into the Woods: How stories work and why we tell them’ van John Yorke. Daarnaast heb ik bij Woestijnvis scenario-sessies gevolgd en in ‘Story’ van Robert McKee ben ik ooit begonnen… (lacht). Verder heb ik veel bestaande scenario’s gelezen.”
“Toen ik een jaar met Jonas op reis was, heeft hij me ook technisch begeleid. Bijvoorbeeld door me te leren hoe je scènes organisch in elkaar laat overvloeien. Op een avond praatten we over een idee dat ik had voor een fictie-scenario. En dat is eigenlijk een soort brainstorm geworden. Diezelfde avond hebben we beslist om daar samen iets mee te doen. Het is dus vertrokken vanuit veel goesting. Daarna heeft het nog twee jaar geduurd voor we er anderen bij hebben betrokken.”
Kun je wat meer vertellen over ‘De Dag’?
“De reeks vertelt het verhaal over een gijzelingssituatie in een bankkantoor en heeft een dubbelstructuur. Het wordt vanuit twee standpunten verteld. Het ene standpunt is dat van de slachtoffers en daders die in de bank zitten. Het andere dat van de politie buiten de bank waarbij we vooral focussen op de ‘onderhandelaars’ die proberen om de situatie op te lossen. De oneven afleveringen zijn die van buiten de bank, de even afleveringen die van binnen de bank. Twee opeenvolgende afleveringen spelen zich af binnen hetzelfde tijdsframe van de dag waardoor je verrassende wendingen krijgt doordat dezelfde gebeurtenissen steeds vanuit een ander standpunt te zien zijn.”
Je volgde het afgelopen najaar ook onze workshop met John Vorhaus. Hoe kwam je daar terecht?
“In de nieuwsbrief van mediarte had ik gelezen dat John Vorhaus naar Brussel kwam en omdat ik zijn boek al had gelezen, heb ik me meteen ingeschreven. We waren dat weekend met een twintigtal mensen en op een bepaalde manier was de aanpak zeer persoonlijk. Hij heeft onder andere uitgelegd wat verhalen vertellen inhoudt, wat een goed verhaal en wat een goede pitch is.”
“Verder kregen we ook opdrachten. Zaterdag overdag moest je een verhaal in vijf regels vertellen en kreeg je daar meteen feedback op. Nadien deden we hetzelfde in groep en zaterdagavond moesten we in groepjes een pitch maken voor de volgende dag. Op zondag gaf hij daarover opnieuw feedback maar ook de andere deelnemers gaven er hun mening over. O ja, en op zaterdagavond hadden we allemaal ook de opdracht om iets te doen wat je nog nooit eerder gedaan had. Het uitgangspunt daarbij was dat angsten overwinnen, of eender welke emotie eigenlijk, ook een inspiratiebron kan zijn. Ik geloof dat iemand die avond haar borsten heeft geflasht en iemand anders heeft de naam van John Vorhaus op een verkeersbord in Brussel geschreven. Ik heb gewoon een BTW-briefje gevraagd op restaurant. Ik ben juist zelfstandige geworden en dat had ik nog nooit gedaan (lacht)."
Wij kennen elkaar goed genoeg dus we weten dat we elkaar kunnen vertrouwen en op elkaar kunnen bouwen,” zegt Julie over de samenwerking met Jonas. “Om iets goed te kunnen maken, is het belangrijk je op je gemak te voelen bij elkaar.
Wat nam je zeker mee uit de workshop?
“Ik heb technische bagage meegekregen over hoe je comedy schrijft. En ik vind het altijd fijn om bij te leren. Comedy is een feeling en humor op papier zetten, is een kunde. Op een bepaalde manier heeft John Vorhaus dat echter en meer tastbaar gemaakt.”
“Hij gaf ook veel aandacht aan hoe je dingen pitcht en waar je op moet letten. Ik heb daarvoor al eens iets gepitcht waarbij ik zelf al voelde dat de flow niet helemaal juist zat. Maar wat er precies niet goed zat, wist ik toen niet. Hij legt je heel concreet uit wat er allemaal in een goede pitch moet zitten. Los van comedy of drama vind ik dat heel waardevol.”
Welke scenaristen bewonder je en waarom?
“Stephen Merchant van ‘The Office’ en ‘Extras’ is een passionele verteller, durft zijn schrijfpartner, Ricky Gervais, flagrant op zijn plaats zetten, is toch niet eigengereid en heeft geen schrik om met zichzelf te lachen. Dat vind ik een bijzonder sterke kwaliteit. Quentin Tarantino is ook een interessante scenarist. Blijkbaar krijgen acteurs van hem eerst het verhaal in boekvorm toegestuurd in plaats van meteen een scenario. Dames als Lena Dunham, Issa Rae en Phoebe-Waller Bridge bewonder ik sowieso omdat ze hun eigen comedywerk schrijven en ook vertolken. Charlie Kaufman heeft ook al veel knappe dingen gemaakt. Als ik die mens bezig zie, een beetje zenuwachtig, dan denk ik: Man, ge zijt huge! Maar ziet u staan! Nationaal vind ik wat Malin-Sarah Gozin al verwezenlijkt heeft, en ook hoe ze dat heeft gedaan, heel knap. Die is daar gewoon in gesprongen rond haar dertigste omdat ze er goesting in had. En Jan Eelen en Jonas, natuurlijk.”
Wat moet je doen om een goede scenarist te worden?
“Ik heb geleerd om kritiek te omarmen en geen schrik te hebben om op mijn bek te gaan of om mezelf bloot te geven. Want dat doe je sowieso. Niet alles wat je schrijft is meteen goed. Dus is het belangrijk hard te werken en niet op te geven totdat het het beste is dat je kunt maken. Feedback is daarbij belangrijk en ook al is niet alles wat iedereen zegt waar, als een bepaalde opmerking vaak terugkeert… dan kun je beter luisteren.”