“I’m just a guy who does creative shit.” Zo omschrijft Remy Ndow zichzelf het liefst. Een manusje van alles, zo zou je hem ook kunnen noemen. Al doet dat hem te weinig recht en blijft het moeilijk om een allesomvattende term te vinden voor wat hij allemaal doet.
“Met mijn werk wil ik iets opwekken bij mensen. Een glimlach, woede, angst, verdriet, euphorie…”
Remy Ndow: “Mijn job houdt in dat ik emoties omzet naar beelden. Ik laat niet enkel een beeld zien, maar zoek steeds een unieke, speciale manier om iets verteld te krijgen. Bijvoorbeeld: Voor de documentaire Gemmel & Tim vertaalde we scènes over verbaal geweld en mishandeling, naar beelden die zonder shockerend te zijn toch de emoties en gevoelens van die situatie weergaven. Ik probeer werk te maken dat je bijblijft. De omschrijving die ik er zelf aan zou geven, is: eye-catching en non-cliché. Je kan me misschien een artdirector noemen van concepten en ideeën. Het doel hangt van het project af, maar de rode draad is dat ik mensen een stem wil geven.”
Zoals je deed met het boek dat je samen met Dalilla Hermans maakte.
Remy: “Inderdaad. We willen met dat boek kleine jongens van kleur overtuigen dat ze zich niet moeten aanpassen om te kunnen functioneren in onze wereld. Het boek dat ik als kind nodig had. Zelf maakte ik me vaak klein en paste ik me zo vaak aan dat het pijnlijk werd. Vaak was ik the elephant in the room, de enige bruine persoon die op dat moment aanwezig was. Iedereen gaat daar op zijn eigen manier mee om, sommige worden luider, ik werd juist stiller, sprak heel zacht en extreem correct. Om te laten zien dat ik ‘oké’ was.”
Wat is je mening over quota die sommige bedrijven opleggen?
Remy: “Dat vind ik dubbel. Ik ben er van overtuigd dat je de beste persoon voor de job moet aannemen, maar quota zijn jammer genoeg nodig. Iedereen verdient een eerlijke kans en soms worden mensen nu eenmaal niet gezien of gehoord. Ik had deze discussie onlangs met een vriend van mij die ook in de filmwereld werkt. Hij zei: ‘Eigenlijk moeten we eerst goed overdrijven. In elke film verplicht twee kussende mannen laten zien zodat dat na een tijd gewoon wordt.’ Ik denk dat hetzelfde geldt voor quota. Na een tijd kan je je dan wél uitsluitend focussen op de beste persoon voor de job.”
Wie waren vroeger jouw rolmodellen?
Remy: “Dat waren nooit beroemde mensen, maar eerder mensen uit mijn omgeving. Zo herinner ik me dat een van mijn rolmodellen vroeger een zwarte jongen op de basisschool was. Hij zat een paar klassen hoger en beschermde me ooit tegen jongens die met mij wilden vechten. Zwarte mannen die iets cools deden waren mijn rolmodellen.”
Ben jij nu ook een rolmodel voor mensen met dezelfde achtergrond?
Remy: “Ik vind het heel belangrijk dat creatieve mensen met een andere achtergrond beseffen dat zij ook iets kunnen bereiken. Het helpt natuurlijk wanneer je iemand dat ziet doen die eruit ziet zoals jij. Dat je weet: Als ik hard werk, lukt het me wel.”
Nog andere tips die je wil meegeven aan creatievelingen?
Remy: “Wat je ook doet om de huur te betalen, blijf dingen doen uit eigen initiatief. Want dat zijn de dingen die je meer gaan vertellen over wat jij wil. Zie alles dat apart/uniek aan je is als een superpower, want in de wereld van vandaag is opvallen of anders zijn een superpower.”
Zijn er veranderingen die je graag zou willen zien in de sector?
Remy: “Ten eerste hebben we véél meer geld nodig (lacht). Er moet ook meer aandacht besteed worden aan kennis over de zakelijke kant van een creatieve job. Veel mensen zijn creatief, maar weten niet hoe ze ervan moeten leven. En geef andere stemmen eens een kans, je zal versteld staan wat er allemaal te vertellen valt.”
Wat is je persoonlijke doel?
Remy: “Ik wil op het punt komen dat ik alle soorten kunst kan maken. Dat ik de ene dag een gebouw ontwerp en de dag erna een film maak. Ik wil geen limieten meer hebben.”